Statenvertaling

Psalmen 34:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. Een psalm van David, als hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. (34:2) Aleph. Ik zal den HEERE loven te aller tijd; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn.

2. (34:3) Beth. Mijn ziel zal zich beroemen in den HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn.

3. (34:4) Gimel. Maakt den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen verhogen.

4. (34:5) Daleth. Ik heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered.