1. Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. (22:2) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens?
2. (22:3) Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte.