Statenvertaling

Psalmen 17:9-12 Statenvertaling (SV1750)

9. Voor het aangezicht der goddelozen, die mij verwoesten, mijner doodsvijanden, die mij omringen.

10. Met hun vet besluiten zij zich, met hun mond spreken zij hovaardelijk.

11. In onzen gang hebben zij ons nu omsingeld, zij zetten hun ogen op ons ter aarde nederbukkende.

12. Hij is gelijk als een leeuw, die begeert te roven, en als een jonge leeuw, zittende in verborgen plaatsen.