Statenvertaling

Psalmen 15:2-5 Statenvertaling (SV1750)

2. Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid spreekt;

3. Die met zijn tong niet achterklapt, zijn metgezellen geen kwaad doet, en geen smaadrede opneemt tegen zijn naaste;

4. In wiens ogen de verworpene veracht is, maar hij eert degenen, die den HEERE vrezen; heeft hij gezworen tot zijn schade, evenwel verandert hij niet;

5. Die zijn geld niet geeft op woeker, en geen geschenk neemt tegen den onschuldige. Die deze dingen doet, zal niet wankelen in eeuwigheid.