Statenvertaling

Psalmen 145:8-19 Statenvertaling (SV1750)

8. Cheth. Genadig en barmhartig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid.

9. Teth. De HEERE is aan allen goed, en Zijn barmhartigheden zijn over al Zijn werken.

10. Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen U loven, en Uw gunstgenoten zullen U zegenen.

11. Caph. Zij zullen de heerlijkheid Uws Koninkrijks vermelden, en Uw mogendheid zullen zij uitspreken.

12. Lamed. Om den mensenkinderen bekend te maken Zijn mogendheden, en de eer der heerlijkheid Zijns Koninkrijks.

13. Mem. Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, en Uw heerschappij is in alle geslacht en geslacht.

14. Samech. De HEERE ondersteunt allen, die vallen, en Hij richt op alle gebogenen.

15. Ain. Aller ogen wachten op U; en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd.

16. Pe. Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen.

17. Tsade. De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, en goedertieren in al Zijn werken.

18. Koph. De HEERE is nabij allen, die Hem aanroepen, allen, die Hem aanroepen in der waarheid.

19. Resch. Hij doet het welbehagen dergenen, die Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep, en verlost hen.