Statenvertaling

Psalmen 144:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. Een psalm van David. Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog;

2. Mijn Goedertierenheid en mijn Burg, mijn Hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij, mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt!

3. O HEERE! wat is de mens, dat Gij hem kent, het kind des mensen, dat Gij het acht?

4. De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.

5. Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.

6. Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen.

7. Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij, en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden;

8. Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid.