Statenvertaling

Psalmen 128:1-2 Statenvertaling (SV1750)

1. Een lied Hammaaloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.

2. Want gij zult eten den arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.