Statenvertaling

Psalmen 119:65-74 Statenvertaling (SV1750)

65. Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord.

66. Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.

67. Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.

68. Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.

69. De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte.

70. Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.

71. Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.

72. De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.

73. Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.

74. Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.