6. Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.
7. Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben.
8. Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer.
9. Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.
10. Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.