Statenvertaling

Psalmen 119:156-165 Statenvertaling (SV1750)

156. HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.

157. Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet.

158. Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.

159. Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid.

160. Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid.

161. Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord.

162. Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.

163. Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief.

164. Ik loof U zevenmaal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid.

165. Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.