Statenvertaling

Psalmen 119:132-140 Statenvertaling (SV1750)

132. Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.

133. Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.

134. Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.

135. Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.

136. Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.

137. Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht.

138. Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.

139. Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben.

140. Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief.