Statenvertaling

Psalmen 106:10-19 Statenvertaling (SV1750)

10. En Hij verloste hen uit de hand des haters, en Hij bevrijdde hen van de hand des vijands.

11. En de wateren overdekten hun wederpartijders; niet een van hen bleef over.

12. Toen geloofden zij aan Zijn woorden; zij zongen Zijn lof.

13. Doch zij vergaten haast Zijn werken, zij verbeidden naar Zijn raad niet.

14. Maar zij werden belust met lust in de woestijn, en zij verzochten God in de wildernis.

15. Toen gaf Hij hun hun begeerte; maar Hij zond aan hun zielen een magerheid.

16. En zij benijdden Mozes in het leger, en Aaron, den heilige des HEEREN.

17. De aarde deed zich open, en verslond Dathan, en overdekte de vergadering van Abiram.

18. En een vuur brandde onder hun vergadering, een vlam stak de goddelozen aan brand.

19. Zij maakten een kalf bij Horeb, en zij bogen zich voor een gegoten beeld.