Statenvertaling

Psalmen 105:4-15 Statenvertaling (SV1750)

4. Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk.

5. Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, en der oordelen Zijns monds.

6. Gij zaad van Abraham, Zijn knecht, gij kinderen van Jakob, Zijn uitverkorene!

7. Hij is de HEERE, onze God; Zijn oordelen zijn over de gehele aarde.

8. Hij gedenkt Zijns verbonds tot in der eeuwigheid, des woords, dat Hij ingesteld heeft, tot in duizend geslachten;

9. Des verbonds, dat Hij met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak;

10. Welken Hij ook gesteld heeft aan Jakob tot een inzetting, aan Israel tot een eeuwig verbond,

11. Zeggende: Ik zal u geven het land Kanaan, het snoer van ulieder erfdeel.

12. Als zij weinig mensen in getal waren, ja, weinig en vreemdelingen daarin;

13. En wandelden van volk tot volk, van het ene koninkrijk tot het andere volk;

14. Hij liet geen mens toe hen te onderdrukken; ook bestrafte Hij koningen om hunnentwil, zeggende:

15. Tast Mijn gezalfden niet aan, en doet Mijn profeten geen kwaad.