Statenvertaling

Psalmen 104:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.

2. Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn.

3. Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.

4. Hij maakt Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend vuur.

5. Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.

6. Gij hadt ze met den afgrond als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen.

7. Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders.

8. De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt.