Statenvertaling

Prediker 3:7-11 Statenvertaling (SV1750)

7. Een tijd om te scheuren, en een tijd om toe te naaien; een tijd om te zwijgen, en een tijd om te spreken;

8. Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.

9. Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen hij bearbeidt?

10. Ik heb gezien de bezigheid, die God den kinderen der mensen gegeven heeft, om zichzelven daarmede te bekommeren.

11. Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft, kan uitvinden, van het begin tot het einde toe.