1. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot Aaron, en zeg tot hem: Als gij de lampen aansteken zult, recht tegenover den kandelaar zullen de zeven lampen lichten.
3. En Aaron deed alzo: tegenover vooraan den kandelaar stak hij deszelfs lampen aan; gelijk als de HEERE Mozes geboden had.