72. Op den elfden dag offerde de overste der kinderen van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran.
73. Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
74. Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;
75. Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;
76. Een geitenbok, ten zondoffer;
77. En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Pagiel, den zoon van Ochran.