7. Voorts zal u de landpale van het noorden deze zijn: van de grote zee af zult gij u den berg Hor aftekenen.
8. Van den berg Hor zult gij aftekenen tot daar men komt te Hamath; en de uitgangen dezer landpale zullen zijn naar Zedad.
9. En deze landpale zal uitgaan naar Zifron, en haar uitgangen zullen zijn te Hazar-enan; dit zal u de noorder landpale zijn.
10. Voorts zult gij u tot een landpale tegen het oosten aftekenen van Hazar-enan naar Sefam.