Statenvertaling

Numberi 3:7-19 Statenvertaling (SV1750)

7. En dat zij waarnemen zijn wacht, en de wacht der gehele vergadering, voor de tent der samenkomst, om den dienst des tabernakels te bedienen;

8. En dat zij al het gereedschap van de tent der samenkomst, en de wacht der kinderen Israels waarnemen, om den dienst des tabernakels te bedienen.

9. Gij zult dan, aan Aaron en aan zijn zonen, de Levieten geven; zij zijn gegeven, zij zijn hem gegeven uit de kinderen Israels.

10. Maar Aaron en zijn zonen zult gij stellen, dat zij hun priesterambt waarnemen; en de vreemde, die nadert, zal gedood worden.

11. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:

12. En Ik, zie, Ik heb de Levieten uit het midden van de kinderen Israels genomen, in plaats van allen eerstgeborene, die de baarmoeder opent, uit de kinderen Israels; en de Levieten zullen Mijne zijn.

13. Want alle eerstgeborene is Mijn; van den dag, dat Ik alle eerstgeborenen in Egypteland sloeg, heb Ik Mij geheiligd alle eerstgeborenen in Israel, van de mensen tot de beesten; zij zullen Mijn zijn; Ik ben de HEERE!

14. En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van Sinai, zeggende:

15. Tel de zonen van Levi naar het huis hunner vaderen, naar hun geslachten, al wat mannelijk is, van een maand oud en daarboven, die zult gij tellen.

16. En Mozes telde hen naar het bevel des HEEREN, gelijk als hem geboden was.

17. Dit nu waren de zonen van Levi met hun namen: Gerson, en Kahath, en Merari.

18. En dit zijn de namen der zonen van Gerson, naar hun geslachten: Libni en Simei.

19. En de zonen van Kahath, naar hun geslachten; Amram en Izhar, Hebron en Uzziel.