Statenvertaling

Numberi 29:15-26 Statenvertaling (SV1750)

15. En tot elke een tiende tot een lam, tot die veertien lammeren toe;

16. En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

17. Daarna op den tweeden dag: twaalf jonge varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

18. En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

19. En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.

20. En op den derden dag: elf varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

21. En hun spijsofferen, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

22. En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

23. Verder op den vierden dag: tien varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

24. Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

25. En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

26. En op den vijfden dag: negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige lammeren;