29. De zonen van Manasse waren: van Machir het geslacht der Machirieten; Machir nu gewon Gilead; van Gilead was het geslacht der Gileadieten.
30. Dit zijn de zonen van Gilead: van Jezer het geslacht der Jezerieten; van Helek het geslacht der Helekieten.
31. En van Asriel het geslacht der Asrielieten; en van Sechem het geslacht der Sechemieten;
32. En van Semida het geslacht der Semidaieten; en van Hefer het geslacht der Heferieten.
33. Doch Zelafead, de zoon van Hefer, had geen zonen, maar dochters; en de namen der dochteren van Zelafead waren: Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza.
34. Dat zijn de geslachten van Manasse: en hun getelden waren twee en vijftig duizend en zevenhonderd.