Statenvertaling

Numberi 26:23-41 Statenvertaling (SV1750)

23. De zonen van Issaschar, naar hun geslachten, waren: van Tola het geslacht der Tolaieten; van Puva het geslacht der Punieten;

24. Van Jasub het geslacht der Jasubieten; van Simron het geslacht der Simronieten.

25. Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd.

26. De zonen van Zebulon, naar hun geslachten, waren: van Sered het geslacht der Seredieten; van Elon het geslacht der Elonieten; van Jahleel het geslacht der Jahleelieten.

27. Dat zijn de geslachten der Zebulonieten, naar hun getelden: zestig duizend en vijfhonderd.

28. De zonen van Jozef, naar hun geslachten, waren Manasse en Efraim.

29. De zonen van Manasse waren: van Machir het geslacht der Machirieten; Machir nu gewon Gilead; van Gilead was het geslacht der Gileadieten.

30. Dit zijn de zonen van Gilead: van Jezer het geslacht der Jezerieten; van Helek het geslacht der Helekieten.

31. En van Asriel het geslacht der Asrielieten; en van Sechem het geslacht der Sechemieten;

32. En van Semida het geslacht der Semidaieten; en van Hefer het geslacht der Heferieten.

33. Doch Zelafead, de zoon van Hefer, had geen zonen, maar dochters; en de namen der dochteren van Zelafead waren: Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza.

34. Dat zijn de geslachten van Manasse: en hun getelden waren twee en vijftig duizend en zevenhonderd.

35. Dit zijn de zonen van Efraim, naar hun geslachten: van Sutelah het geslacht der Sutelahieten; van Becher het geslacht der Becherieten; van Tahan het geslacht der Tahanieten.

36. En dit zijn de zonen van Sutelah; van Eran het geslacht der Eranieten.

37. Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar hun getelden: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dat zijn de zonen van Jozef, naar hun geslachten.

38. De zonen van Benjamin, naar hun geslachten: van Bela het geslacht der Belaieten; van Asbel het geslacht der Asbelieten; van Ahiram het geslacht der Ahiramieten;

39. Van Sefufam het geslacht der Sufamieten; van Hufam het geslacht der Hufamieten.

40. En de zonen van Bela waren Ard en Naaman; van Ard het geslacht der Ardieten; van Naaman het geslacht der Naamieten.

41. Dat zijn de zonen van Benjamin, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf en veertig duizend en zeshonderd.