Statenvertaling

Numberi 11:1-6 Statenvertaling (SV1750)

1. En het geschiedde, als het volk zich was beklagende, dat het kwaad was in de oren des HEEREN; want de HEERE hoorde het, zodat Zijn toorn ontstak, en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde, en verteerde, in het uiterste des legers.

2. Toen riep het volk tot Mozes; en Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd gedempt.

3. Daarom noemde hij den naam dier plaats Thab-era, omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had.

4. En het gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israels wederom, en zeiden: Wie zal ons vlees te eten geven?

5. Wij gedenken aan de vissen, die wij in Egypte om niet aten; aan de komkommers, en aan de pompoenen, en aan het look, en aan de ajuinen, en aan het knoflook.

6. Maar nu is onze ziel dor, er is niet met al, behalve dit Man voor onze ogen!