Statenvertaling

Numberi 1:3-19 Statenvertaling (SV1750)

3. Van twintig jaren oud en daarboven, allen, die ten heire in Israel uittrekken; die zult gij tellen naar hun heiren, gij en Aaron.

4. En met ulieden zullen zijn van elken stam een man, die een hoofdman is over het huis zijner vaderen.

5. Deze zijn nu de namen der mannen, die bij u staan zullen: van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur.

6. Van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai.

7. Van Juda, Nahesson, de zoon van Amminadab.

8. Van Issaschar, Nethaneel, de zoon van Zuar.

9. Van Zebulon, Eliab, de zoon van Helon.

10. Van de kinderen van Jozef: van Efraim, Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur.

11. Van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni.

12. Van Dan, Ahiezer, de zoon van Ammisaddai.

13. Van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran.

14. Van Gad, Eljasaf, de zoon van Dehuel.

15. Van Nafthali, Ahira, de zoon van Enan.

16. Dezen waren de geroepenen der vergadering, de oversten der stammen hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel.

17. Toen namen Mozes en Aaron die mannen, welken met namen uitgedrukt zijn.

18. En zij verzamelden de gehele vergadering, op den eersten dag der tweede maand; en die verklaarden hun afkomst, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, in het getal der namen, van die twintig jaren oud was en daarboven, hoofd voor hoofd.

19. Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, zo heeft hij hen geteld in de woestijn van Sinai.