Statenvertaling

Numberi 1:3-16 Statenvertaling (SV1750)

3. Van twintig jaren oud en daarboven, allen, die ten heire in Israel uittrekken; die zult gij tellen naar hun heiren, gij en Aaron.

4. En met ulieden zullen zijn van elken stam een man, die een hoofdman is over het huis zijner vaderen.

5. Deze zijn nu de namen der mannen, die bij u staan zullen: van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur.

6. Van Simeon, Selumiel, de zoon van Zurisaddai.

7. Van Juda, Nahesson, de zoon van Amminadab.

8. Van Issaschar, Nethaneel, de zoon van Zuar.

9. Van Zebulon, Eliab, de zoon van Helon.

10. Van de kinderen van Jozef: van Efraim, Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse, Gamaliel, de zoon van Pedazur.

11. Van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni.

12. Van Dan, Ahiezer, de zoon van Ammisaddai.

13. Van Aser, Pagiel, de zoon van Ochran.

14. Van Gad, Eljasaf, de zoon van Dehuel.

15. Van Nafthali, Ahira, de zoon van Enan.

16. Dezen waren de geroepenen der vergadering, de oversten der stammen hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel.