Statenvertaling

Nehemia 7:43-55 Statenvertaling (SV1750)

43. De Levieten: de kinderen van Jesua, van Kadmiel, van de kinderen van Hodeva, vier en zeventig;

44. De zangers: de kinderen van Asaf, honderd acht en veertig;

45. De poortiers: de kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai, honderd acht en dertig;

46. De Nethinim: de kinderen van Ziha, de kinderen van Hasufa, de kinderen van Tabbaoth;

47. De kinderen van Keros, de kinderen van Sia, de kinderen van Padon;

48. De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen van Salmai;

49. De kinderen van Hanan, de kinderen van Giddel, de kinderen van Gahar;

50. De kinderen van Reaja, de kinderen van Rezin, de kinderen van Nekoda;

51. De kinderen van Gazzam, de kinderen van Uzza, de kinderen van Paseah;

52. De kinderen van Bezai, de kinderen van Meunim, de kinderen van Nefussim;

53. De kinderen van Bakbuk, de kinderen van Hakufa, de kinderen van Harhur;

54. De kinderen van Bazlith, de kinderen van Mehida, de kinderen van Harsa;

55. De kinderen van Barkos, de kinderen van Sisera, de kinderen van Thamah;