Statenvertaling

Nehemia 11:24-36 Statenvertaling (SV1750)

24. En Petahja, de zoon van Mesezabeel, van de kinderen van Zerah, den zoon van Juda, was aan des konings hand, in alle zaken tot het volk.

25. In de dorpen nu op hun akkers woonden sommigen van de kinderen van Juda, in Kirjath-arba en haar onderhorige plaatsen, en in Dibon en haar onderhorige plaatsen, en in Jekabzeel en haar dorpen;

26. En te Jesua, en te Molada, en te Beth-pelet,

27. En te Hazar-sual, en in Ber-seba, en haar onderhorige plaatsen,

28. En te Ziklag, en in Mechona en haar onderhorige plaatsen,

29. En te En-rimmon, en te Zora, en te Jarmuth,

30. Zanoah, Adullam en haar dorpen, Lachis en haar akkers, Azeka en haar onderhorige plaatsen; en zij legerden zich van Ber-seba af tot aan het dal Hinnom.

31. De kinderen van Benjamin nu van Geba woonden in Michmas, en Aja, en Beth-el, en haar onderhorige plaatsen,

32. Anathoth, Nob, Ananja,

33. Hazor, Rama, Gitthaim,

34. Hadid, Zeboim, Neballat,

35. Lod, en Ono, in het dal der werkmeesters.

36. Van de Levieten nu, woonden sommigen in de verdelingen van Juda, en van Benjamin.