Statenvertaling

Mattheüs 9:36-38 Statenvertaling (SV1750)

36. En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben.

37. Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel groot; maar de arbeiders zijn weinige;

38. Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.