29. En ziet, zij riepen, zeggende: Jezus, Gij Zone Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd?
30. En verre van hen was een kudde veler zwijnen, weidende.
31. En de duivelen baden Hem, zeggende: Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen varen.