Statenvertaling

Mattheüs 8:18-25 Statenvertaling (SV1750)

18. En Jezus, vele scharen ziende rondom Zich, beval aan de andere zijde over te varen.

19. En er kwam een zeker Schriftgeleerde tot Hem, en zeide tot Hem: Meester! ik zal U volgen, waar Gij ook henengaat.

20. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge.

21. En een ander uit Zijn discipelen zeide tot Hem: Heere! laat mij toe, dat ik eerst heenga, en mijn vader begrave.

22. Doch Jezus zeide tot hem: Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven.

23. En als Hij in het schip gegaan was, zijn Hem Zijn discipelen gevolgd.

24. En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch Hij sliep.

25. En Zijn discipelen, bij Hem komende, hebben Hem opgewekt, zeggende: Heere, behoed ons, wij vergaan!