Statenvertaling

Mattheüs 5:1-11 Statenvertaling (SV1750)

1. En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.

2. En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:

3. Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

4. Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.

5. Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beerven.

6. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

7. Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

8. Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.

9. Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

10. Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

11. Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.