Statenvertaling

Mattheüs 27:24-28 Statenvertaling (SV1750)

24. Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.

25. En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen.

26. Toen liet hij hun Bar-abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden.

27. Toen namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich in het rechthuis, en vergaderden over Hem de ganse bende.

28. En als zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om;