Statenvertaling

Mattheüs 25:5-13 Statenvertaling (SV1750)

5. Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap.

6. En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet!

7. Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen.

8. En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit.

9. Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven.

10. Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten.

11. Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open!

12. En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet.

13. Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal.