Statenvertaling

Mattheüs 25:1-6 Statenvertaling (SV1750)

1. Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet.

2. En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen.

3. Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich.

4. Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen.

5. Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap.

6. En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet!