Statenvertaling

Mattheüs 24:47-51 Statenvertaling (SV1750)

47. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over al zijn goederen.

48. Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen;

49. En zou beginnen zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards;

50. Zo zal de heer van dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet;

51. En zal hem afscheiden, en zijn deel zetten met de geveinsden; daar zal wening zijn en knersing der tanden.