Statenvertaling

Mattheüs 14:4-10 Statenvertaling (SV1750)

4. Want Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben.

5. En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij hem hielden voor een profeet.

6. Maar als de dag der geboorte van Herodes gehouden werd, danste de dochter van Herodias in het midden van hen, en zij behaagde aan Herodes.

7. Waarom hij haar met ede beloofde te geven, wat zij ook zou eisen.

8. En zij, te voren onderricht zijnde van haar moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes den Doper.

9. En de koning werd bedroefd; doch om de eden, en degenen, die met hem aanzaten, gebood hij, dat het haar zou gegeven worden;

10. En zond heen, en onthoofdde Johannes in den kerker.