Statenvertaling

Mattheüs 1:9-22 Statenvertaling (SV1750)

9. En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias;

10. En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias;

11. En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering.

12. En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel, en Salathiel gewon Zorobabel;

13. En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor;

14. En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Elihud;

15. En Elihud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob;

16. En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.

17. Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.

18. De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.

19. Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.

20. En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest;

21. En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

22. En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: