Statenvertaling

Markus 4:5-8 Statenvertaling (SV1750)

5. En het andere viel op het steenachtige, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.

6. Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, zo is het verdord.

7. En het andere viel in de doornen, en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve, en het gaf geen vrucht.

8. En het andere viel in de goede aarde, en gaf vrucht, die opging en wies; en het ene droeg dertig-,en het andere zestig-,en het andere honderd voud.