Statenvertaling

Lukas 8:3-11 Statenvertaling (SV1750)

3. En Johanna, de huisvrouw van Chusas, den rentmeester van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die Hem dienden van haar goederen.

4. Als nu een grote schare bijeenvergaderde, en zij van alle steden tot Hem kwamen, zo zeide Hij door gelijkenis:

5. Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide, viel het ene bij den weg, en werd vertreden, en de vogelen des hemels aten dat op.

6. En het andere viel op een steenrots, en opgewassen zijnde, is het verdord, omdat het geen vochtigheid had.

7. En het andere viel in het midden van de doornen, en de doornen mede opwassende, verstikten hetzelve.

8. En het andere viel op de goede aarde, en opgewassen zijnde, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Dit zeggende, riep Hij: Wie oren heeft, om te horen, die hore.

9. En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat mag deze gelijkenis wezen?

10. En Hij zeide: U is het gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan.

11. Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods.