Statenvertaling

Lukas 6:26-33 Statenvertaling (SV1750)

26. Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken, want hun vaders deden desgelijks den valsen profeten.

27. Maar Ik zeg ulieden, die dit hoort: Hebt uw vijanden lief; doet wel dengenen, die u haten.

28. Zegent degenen, die u vervloeken, en bidt voor degenen, die u geweld doen.

29. Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de andere; en dengene, die u den mantel neemt, verhindert ook den rok niet te nemen.

30. Maar geeft een iegelijk, die van u begeert; en van dengene, die het uwe neemt, eist niet weder.

31. En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen zullen, doet gij hun ook desgelijks.

32. En indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben.

33. En indien gij goed doet dengenen, die u goed doen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars doen hetzelfde.