44. David dan noemt Hem zijn Heere; en hoe is Hij zijn Zoon?
45. En daar al het volk het hoorde, zeide Hij tot Zijn discipelen:
46. Wacht u van de Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden;
47. Die der weduwen huizen opeten, en onder een schijn lange gebeden doen; dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen.