29. Er waren nu zeven broeders; en de eerste nam een vrouw, en hij stierf zonder kinderen.
30. En de tweede nam die vrouw, en ook deze stierf zonder kinderen.
31. En de derde nam dezelve vrouw; en desgelijks ook de zeven, en hebben geen kinderen nagelaten, en zijn gestorven.
32. En ten laatste na allen stierf ook de vrouw.