Statenvertaling

Lukas 18:32-37 Statenvertaling (SV1750)

32. Want Hij zal den heidenen overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden, en smadelijk behandeld worden, en bespogen worden.

33. En Hem gegeseld hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan.

34. En zij verstonden geen van deze dingen; en dit woord was voor hen verborgen, en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd.

35. En het geschiedde, als Hij nabij Jericho kwam, dat een zeker blinde aan den weg zat, bedelende.

36. En deze, horende de schare voorbijgaan, vraagde, wat dat ware.

37. En zij boodschapten hem, dat Jezus de Nazarener voorbijging.