Statenvertaling

Lukas 10:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. En na dezen stelde de Heere nog andere zeventig, en zond hen heen voor Zijn aangezicht, twee en twee, in iedere stad en plaats, daar Hij komen zou.

2. Hij zeide dan tot hen: De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige; daarom, bidt den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.

3. Gaat henen; ziet, Ik zend u als lammeren in het midden der wolven.

4. Draagt geen buidel, noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg.

5. En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede zij dezen huize!

6. En indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede op hem rusten; maar indien niet, zo zal uw vrede tot u wederkeren.

7. En blijft in datzelve huis, etende en drinkende, hetgeen van hen voorgezet wordt; want de arbeider is zijn loon waardig; gaat niet over van het ene huis in het andere huis.

8. En in wat stad gij zult ingaan, en zij u ontvangen, eet hetgeen ulieden voorgezet wordt.