Statenvertaling

Lukas 1:6-18 Statenvertaling (SV1750)

6. En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.

7. En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren.

8. En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde.

9. Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen.

10. En al de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers.

11. En van hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers.

12. En Zacharias, hem ziende, werd ontroerd, en vreze is op hem gevallen.

13. Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.

14. En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.

15. Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.

16. En hij zal velen der kinderen Israels bekeren tot den Heere, hun God.

17. En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.

18. En Zacharias zeide tot den engel: Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar dagen gekomen.