Statenvertaling

Lukas 1:48-64 Statenvertaling (SV1750)

48. Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.

49. Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam.

50. En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen.

51. Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten.

52. Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.

53. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden.

54. Hij heeft Israel, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid.

55. (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid.

56. En Maria bleef bij haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis.

57. En de tijd van Elizabet werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon.

58. En die daar rondom woonden, en haar magen hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen had, en waren met haar verblijd.

59. En het geschiedde, dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam zijns vaders.

60. En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten.

61. En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt.

62. En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden.

63. En als hij een schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen.

64. En terstond werd zijn mond geopend, en zijn tong losgemaakt; en hij sprak, God lovende.