Statenvertaling

Leviticus 8:32-36 Statenvertaling (SV1750)

32. Maar het overige van het vlees en van het brood zult gij met vuur verbranden.

33. Ook zult gij uit de deur van de tent der samenkomst, zeven dagen, niet uitgaan, tot aan den dag, dat vervuld worden de dagen uws vuloffers; want zeven dagen zal men uw handen vullen.

34. Gelijk men gedaan heeft op dezen dag, heeft de HEERE te doen geboden, om voor u verzoening te doen.

35. Gij zult dan aan de deur van de tent der samenkomst blijven, dag en nacht, zeven dagen, en zult de wacht des HEEREN waarnemen, opdat gij niet sterft; want alzo is het mij geboden.

36. Aaron nu en zijn zonen deden al de dingen, die de HEERE door den dienst van Mozes geboden had.