Statenvertaling

Leviticus 7:18 Statenvertaling (SV1750)

Want zo enigszins van dat vlees zijns dankoffers op den derden dag gegeten wordt, die dat geofferd heeft, zal niet aangenaam zijn; het zal hem niet toegerekend worden, het zal een afgrijselijk ding zijn; en de ziel, die daarvan eet, zal haar ongerechtigheid dragen.

Leviticus 7

Leviticus 7:11-19