Statenvertaling

Leviticus 22:28-33 Statenvertaling (SV1750)

28. Gij zult ook een os, of klein vee, hem en zijn jong, op een dag niet slachten.

29. En als gij een lofoffer den HEERE zult slachten, naar uw wil zult gij het slachten.

30. Het zal op denzelfden dag gegeten worden; gij zult daarvan niet overlaten tot op den morgen; Ik ben de HEERE!

31. Daarom zult gij Mijn geboden houden, en dezelve doen; Ik ben de HEERE!

32. En gij zult Mijn heiligen Naam niet ontheiligen, opdat Ik in het midden der kinderen Israels geheiligd worde; Ik ben de HEERE, die u heilige!

33. Die u uit Egypteland uitgevoerd heb, opdat Ik u tot een God zij; Ik ben de HEERE!