Statenvertaling

Klaagliederen 5:8-12 Statenvertaling (SV1750)

8. Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit hun hand rukke.

9. Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, vanwege het zwaard der woestijn.

10. Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers.

11. Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda.

12. De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest.